Mag ik gebruik maken van een flexibele aansluiting tussen een Rf-t brandklep en een kanaal en wanneer is het aanbevolen?
De Rf-t brandkleppen zijn getest volgens de Europese norm EN 1366-2. Deze norm bepaalt het testprogramma en de voorwaarden om de brandweerstand voor een bepaalde tijdspanne (30, 60, 90, 120', ...) bij een specifieke negatieve druk (300, 500, 1500 Pa) te meten. Hetzelfde geldt voor elk onderdeel van een HVAC-systeem. Deze aanpak heeft als doel om de prestaties van elke component in het systeem te controleren op basis van parameters die eigen zijn aan dat onderdeel. Kanalen bijvoorbeeld worden getest overeenkomstig EN 1366-1.
De interactie tussen de verschillende componenten is niet gedekt door de Europese normen. Dit wordt geregeld door lokale beste praktijken of richtlijnen. Een flexibele aansluiting tussen een klep en een kanaal is een dergelijk element van interactie dat niet is opgenomen in de test opstelling voor een brandklep.
Een flexibele aansluiting kan nuttig zijn om brandkleppen in flexibele wanden te installeren: bij brand zal een metal stud wand gemakkelijk buigen en een starre aansluiting zou kunnen inwerken op de correcte afdichting van de brandklep. Voor een klep in een betonnen wand met mortel afdichting daarentegen is een flexibele aansluiting minder zinvol omdat deze wand weinig risico heeft om te vervormen.
Brandklep fabrikanten zijn vrij om hun producten met flexibele aansluiting te testen. Indien een fabrikant hier tijdens de testen voor kiest, mag de geteste klep vervolgens nooit zonder deze flexibele aansluiting geplaatst worden. Anders is de installatie niet conform aan de classificaties en Prestatieverklaring.
Indien een brandklep zonder flexibele aansluiting wordt getest integendeel, heeft het studiebureau (of de installateur) de vrijheid om een flexibele aansluiting voor te schrijven (resp. toe te passen) voor specifieke situaties waar het veiliger wordt geacht (namelijk metal stud wanden). Dit is het geval voor Rf-t brandkleppen.