CR60-1S-L500 - Installatie

Plaatsing in massieve wand en vloer met opbouwschelp 1s

Het product werd getest en goedgekeurd in:
  • Cellenbeton Niet van toepassing EI 60 (ho i o) S - (500 Pa) Massieve vloer Cellenbeton ≥ 100 mm | EI 60 (ho i o) S - (500 Pa) | Niet van toepassing | CR60 | Installatiemethode: opbouw, 0/180° (500 Pa), 0-360° (300 Pa). Minimum afstand toegestaan met as tot 45°. | CR60-1S Ø 100-315 mm
  • Cellenbeton Niet van toepassing EI 90 (ho i o) S - (500 Pa) Massieve vloer Cellenbeton ≥ 100 mm | EI 90 (ho i o) S - (500 Pa) | Niet van toepassing | CR60 | Installatiemethode: opbouw, 0/180° (500 Pa), 0-360° (300 Pa). Minimum afstand toegestaan met as tot 45°. | CR60-1S Ø 100-315 mm
5
De brandkleppen mogen geïnstalleerd worden op een kortere afstand van een wand of van een andere klep.

Plaatsing in flexibele wand met opbouwschelp 1s

Het product werd getest en goedgekeurd in:
  • Metal stud gipsplatenwand Type A (EN 520) Niet van toepassing EI 60 (ve i o) S - (500 Pa) Flexibele wand Metal stud gipsplatenwand Type A (EN 520) ≥ 100 - ≤ 125 mm | EI 60 (ve i o) S - (500 Pa) | Niet van toepassing | CR60 | Installatiemethode: opbouw, 0/180° (500 Pa), 0-360° (300 Pa). Minimum afstand toegestaan met as tot 45°. | CR60-1S Ø 100-315 mm
6
De brandkleppen mogen geïnstalleerd worden op een kortere afstand van een wand of van een andere klep.

Plaatsing in flexibele schachtwand met opbouwschelp 1s

Het product werd getest en goedgekeurd in:
  • Metal stud gipsplatenwand Type F (EN 520) Niet van toepassing EI 60 (ve i o) S - (500 Pa) Asymmetrische flexibele wand (schachtwand) Metal stud gipsplatenwand Type F (EN 520) ≥ 80 mm | EI 60 (ve i o) S - (500 Pa) | Niet van toepassing | CR60 | Installatiemethode: opbouw, 0/180° (500 Pa), 0-360° (300 Pa). Minimum afstand toegestaan met as tot 45°. | CR60-1S Ø 100-315 mm
6
De brandkleppen mogen geïnstalleerd worden op een kortere afstand van een wand of van een andere klep.

Algemene opmerkingen

  • De plaatsing dient steeds te gebeuren conform het installatievoorschrift en het classificatierapport.
  • Stand van de as: zie prestatieverklaring.
  • Vermijd obstructie van aansluitende kanalen.
  • Inbouw van het product: altijd met gesloten klepblad.
  • Kijk na of het klepblad vrij kan bewegen.
  • Bij montage dienen de veiligheidsafstanden t.o.v. andere constructie-elementen gerespecteerd te worden. Het bedieningsmechanisme moet ook toegankelijk zijn: voorzie een speling van 200 mm rond de behuizing.
  • De klasse van luchtdichtheid blijft behouden indien de installatie van de brandklep gebeurt conform de installatievoorschriften
  • Rf-t brandkleppen worden steeds getest in gestandaardiseerde draagconstructies volgens EN 1366-2. De behaalde resultaten gelden voor gelijksoortige draagconstructies met een brandweerstand, dikte en dichtheid gelijk aan of groter dan de draagconstructie van de test.
  • Als de wanddikte groter is dan de minimale dikte aangegeven in onze installatievoorschriften, gelden volgende voorwaarden voor de afdichtdiepte: - Bij flexibele wanden en sandwichpaneelsysteemwanden moet de afdichting steeds over de volledige diepte van de wand aangebracht worden. - Bij massieve wanden, massieve vloeren en gipsblokkenwanden volstaat de minimale afdichtdiepte zoals aangeduid in onze installatievoorschriften (vaak gelijk aan de minimale wanddikte). Afdichting aan te brengen ter hoogte van het klepblad (vanaf de wall limit aanduiding/inbouwaanslag).
  • Bij inbouw van een brandklep in een flexibele metal stud wand is het bij sommige installatiemethodes vanuit brandtechnisch oogpunt niet noodzakelijk om versterkingsprofielen rond de wandopening aan te brengen (zie verder). Hou voor opbouw van dit type wanden steeds rekening met de algemene instructies van de producent van deze wandsystemen.
  • De klep moet bereikbaar zijn voor inspectie en onderhoud.
  • Minstens 2 visuele controles per jaar zijn aangewezen.